Provincies, gemeentes en waterschappen staan voor grote en uitdagende vraagstukken bij de inrichting van de Nederlandse leefomgeving. Denk aan de bouw van woningen en bijbehorende de infrastructuur waarbij rekening gehouden moet worden met klimatologische veranderingen, milieubeleid en natuurbehoud en -herstel. Vrijwel elke verandering in onze leefomgeving raakt aan deze aandachtsgebieden. En voor vrijwel elke verandering is dan ook intensieve samenwerking en zorgvuldige afstemming nodig tussen vele partijen. Die wordt makkelijker als we in onze informatie-uitwisseling gebruik maken van standaarden. En die wordt efficiënter als we die standaarden koppelen.

Het Informatiehuis Water heeft de intentie om een samenwerkingsproject aan te gaan met CROW en Stichting RioNed. Doel van dit project is om te onderzoeken wat nodig is om de Aquo-standaard te laten aansluiten op het door CROW beheerde Informatiemodel Beheer Openbare Ruimte (IMBOR)(externe link) en het Gegevenswoordenboek Stedelijk Water (GWSW)(externe link) van Stichting RioNed. In het IMBOR staan alle boven- en ondergrondse objecten die provincies en gemeentes beheren in de openbare ruimte. Van een weg, een rioleringsbuis, kabel en leiding tot aan een parkbankje, boom en een afvalbak. Het IMBOR geeft informatie over de beheeraspecten van die assets, bijvoorbeeld welk type het is, wie de leverancier is, wanneer de kabel geplaatst is, hoe groot de boom wordt, etcetera. Het GWSW is juist heel specialistisch en wordt gebruikt door rioleurs om bijvoorbeeld berekeningen te maken, zoals welke lengte en diameter een rioleringsbuis moet hebben in een bepaalde situatie.

Jan-Pieter Eelants (CROW)
Jan-Pieter Eelants (CROW)

Jan-Pieter Eelants (CROW) houdt zich bezig met digitale ontwikkelingen in de openbare ruimte en is programmanager van CORE-BORius (Beheer Openbare Ruimte Informatie en Uitwissel Standaard)(externe link)(externe link). Dit is een samenwerkingsprogramma van CROW, Stichting RioNed, de provincies en 10 gemeenten om ervoor te zorgen dat assetmanagers hun data over alle objecten in de buitenruimte beter kunnen registreren, ontsluiten en uitwisselen. 

Jan-Pieter: “Hoe mooi zou het nou zijn als je die 2 standaarden met elkaar kunt verbinden. Zodat je als asset manager kunt beschikken over de actuele informatie die voortkomt uit de technische data van de vakspecialist. Dan kun je, als je bijvoorbeeld een prognose maakt over de vervanging van riolering, ook gelijk kijken naar te vervangen kabels en leidingen die daar in de buurt liggen en die je gelijk mee kunt nemen als die weg toch openligt.”

Water en bodem sturend in ruimtelijke inrichting

De Rijksoverheid heeft in 2022 besloten om water en bodem sturend te laten zijn bij de inrichting van Nederland. Dit betekent dat het landgebruik afgestemd wordt op de lokale condities. Ofwel, wil je als provincie, gemeente of waterschap iets veranderen in de openbare ruimte, dan moet je rekening houden met alle boven- en ondergrondse condities; bodem en water zijn bepalend voor wat je kan en wat je mag.

“Dat betekent dat we dat dus ook gezamenlijk in kaart moeten brengen”, zegt Jan-Pieter, “Voordat je iets kunt doen in een gebied moet je een compleet totaalbeeld hebben. Betrokken partijen beschikken nu ieder over de benodigde informatie. Die moeten we met elkaar delen en dat vraagt om efficiënte, gebruiksvriendelijke uitwisselingsmogelijkheden. We kunnen dit bereiken door de verschillende standaarden die er voor de openbare ruimte zijn met elkaar te verbinden. Het IMBOR, het GWSW, de Aquo-standaard maar ook bijvoorbeeld het Informatiemodel Kabels en Leidingen, van de Klic-meldingen. Als we als provincies, gemeenten en waterschappen en ook netbeheerders al die verbonden standaarden toepassen, kunnen we veel efficiënter informatie met elkaar gaan delen en integrale informatie over een te ontwikkelen of te beheren gebied digitaal beschikbaar te maken.”

Wat betekent ‘verbinden’ en wat is de impact ervan?

Jan-Pieter: “We gaan niks nieuws maken, er komt geen nieuwe standaard. Een standaard toepassen betekent feitelijk dat je allemaal dezelfde terminologie gebruikt en dezelfde betekenis die termen geeft. Meerdere standaarden met elkaar verbinden betekent dat je ze op een, bij voorkeur technische manier, ‘aan elkaar knoopt’ waardoor je de terminologie uit beide standaarden kunt toepassen. Als we de Aquo-standaard verbinden met het IMBOR kunnen we beschikken over de specifieke, aan water gerelateerde terminologie die we nu nog missen. En zorgen we ervoor dat onze gebruikers al die informatie integraal kunnen gebruiken.”

Voordat het zover is, is nog wel wat inspanning nodig. Als er bijvoorbeeld sprake is van overlap in terminologie, moet afgesproken worden welke term of definitie gebruikt gaat worden en/of welke synoniemen toegevoegd worden. “Want het is nou eenmaal zo dat verschillende vakgebieden of disciplines gebruik maken van bepaalde termen en zich heel oncomfortabel voelen bij het gebruik van de term van de ander”, zegt Jan-Pieter. “Dat kun je modelleren, daar kun je rekening mee houden. En wij kijken bijvoorbeeld ook of we, met behulp van artificiële intelligentie, specialistische informatie zodanig kunnen ‘vertalen’ dat die goed toepasbaar is voor de asset manager.”

Petra Liebrand - het Waterschapshuis
Petra Liebrand (het Waterschapshuis)
Michel Slootweg (het Waterschapshuis)
Michel Slootweg (het Waterschapshuis)

Petra Liebrand en Michel Slootweg zijn Centraal Functioneel Beheerder van het zuiveringsinformatiesysteem Z-Info(externe link)(externe link) bij het Waterschapshuis. Zij werken momenteel onder meer aan de aansluiting van Z-info op de Aquo-standaard.

Hoe kijkt de gebruiker hier tegenaan?

Michel en Petra willen het zuiveringsinformatiesysteem Z-info goed laten aansluiten op de Aquo-standaard. Door Z-info ‘Aquo-proof’ te maken worden rapportage en informatie-uitwisseling helder en eenduidig. Petra: “Bij Z-info realiseren we de koppeling met de domeintabellen van de Aquo-standaard nu nog handmatig, maar op termijn moeten dat geautomatiseerde koppelingen worden. Het grote voordeel van een standaard is dat je je systemen op een uniforme manier kunt inrichten.”

Voor Z-info is het belangrijk dat de Aquo-standaard verbonden wordt met andere standaarden. “De Aquo-standaard bevat niet alle termen die we nodig hebben,” zegt Michel. “Als in Z-info een term nodig is die nu niet in de Aquo-standaard staat, dan vragen we die aan bij het Aquo-team. Maar als het een term is die niet past binnen de scope van waterbeheer, zal die niet worden opgenomen. Neem bijvoorbeeld specifieke producten op het gebied van waterzuivering. Daarin gaan we nu onze eigen gang, maar eigenlijk wil je helemaal niet dat iedereen zelf productnamen verzint. Wij kijken dan soms ook wel naar de functienamen in het GWSW.”

“En daar kom je op het punt dat verbinding fantastisch zou zijn,” zegt Petra, “want dan wil je van een andere gestandaardiseerde term gebruik maken. Zonder dat je als gebruiker op zoek moet naar de standaard die je daarvoor nodig hebt; een geautomatiseerde koppeling is dan ideaal. Je krijgt als gebruiker dan gewoon de term die je zoekt omdat standaarden op de achtergrond met elkaar verbonden zijn!”

Waar staan we met het koppelen van de standaarden?

Jan-Pieter: “Eén van onze modelleurs heeft wel ’s een vingeroefening gedaan met het verbinden van het IMBOR en de Aquo-standaard. Daardoor weten we dat het technisch kan, maar we moeten ook naar de inhoud kijken. Er lopen nu oriënterende gesprekken tussen de beheerders van verschillende standaarden. Willen we dit echt, staat iedereen hierachter en waar denken we dan precies aan? Er moet sprake zijn van een bestendige relatie tussen de betrokken partners, want als we de standaarden echt gaan verbinden, zal iedereen wel eens een keer een veer moeten laten. Bijvoorbeeld door iets voortaan op een andere manier te doen dan je deed. En je zult rekening met elkaar moeten gaan houden bij updates en gezamenlijke releaseschema’s moeten gaan hanteren om ervoor te zorgen dat het voor de gebruiker samenhangend blijft.”

“En het moet gebruiksvriendelijk zijn,” vult Petra aan. “En ook andere leveranciers en marktpartijen moeten betrokken worden, van laboratoria tot softwareleveranciers’. 

Nu loopt de inventarisatie bij de beheerders en het onderzoeken van draagvlak bij gebruikers, daarna volgen de opzet van een projectplan en het vinden van financiering. Het Aquo-team van het Informatiehuis Water heeft hierin een trekkersrol.

Wil je meer weten over de verbinding van standaarden?

Neem dan contact op met de Servicedesk van het Informatiehuis Water via servicedesk@ihw.nl.